Geplaatst op 16 mei, 2019
Treinreiziger op dwaalspoor
De trein vertrekt vanaf station Den Helder, ’s morgens om negen uur. De treincoupé is bijna leeg, maar vanwege de beenruimte kies ik toch een plekje bij een tafeltje en zo kom ik naast een medepassagier te zitten aan de kant van het gangpad. Mijn blik dwaalt even rond en spot een zilverkleurig kannetje op de grond onder de voorste stoel. In de hele omgeving zit niemand. Meteen flits het door me heen, het zal toch niet … koffiekannetje? Vergeten of expres achtergelaten? Het is een typisch gevalletje waarvan achteraf altijd gezegd kan worden dat het wel heel dom was. Als je er iets over zegt en het blijkt gewoon een thermoskan te zijn, vindt iedereen het belachelijk dat je er een explosief in hebt gezien en als het wel iets kwalijks blijkt te zijn zegt iedereen achteraf ‘snap je dat nou, dat niemand dat heeft gezien? Zoiets valt toch op als het onder een lege stoel op de grond staat?’ Ik wijs mijn buurvrouw op het kannetje. “Oh jee, een bom”, zegt ook zij meteen half lachend. We giechelen er een beetje om, maar houden het kannetje wel in de gaten. “Straks maar even tegen de conducteur zeggen”, beslist mijn medepassagier. Goed plan. Bij een volgend station gaat iemand op de stoel zitten, trapt het kannetje om en dat rolt door de coupe. Ik raap het op, rammel er even mee, gewoon een thermoskannetje dus, en zet het op het tafeltje bij het raam. Het spotje van Sire werkt in ieder geval, wees waakzaam, nou, dat zijn we dus. De conductrice komt langs, ik wijs haar op het kannetje en vertel dat het eerst onder de voorste stoel stond. Ze is geïrriteerd, weet niet wat ze ermee moet. “Ben nu met de kaartjes bezig, kom het straks wel ophalen”, zegt ze en loopt door. Mijn buurvrouw stapt in Schagen uit en in Alkmaar stapt een jongedame in. Toch even testen wat zij van de thermoskan vindt en ja hoor, ook zij denkt in eerste instantie aan een explosief. In zo’n tijd leven we dus, waar een vergeten thermoskannetje de treinreizigers direct op een dwaalspoor zet. De conductrice hebben we nooit meer terug gezien, in ieder geval niet tot het moment dat ik uitstap op Amsterdam centraal. Op het perron slaak ik even een zucht en ontsnap niet aan de gedachte, hoe suf die ook is, dat sommige dingen vroeger echt beter waren want wat was het een heerlijke onschuldige tijd toen vergeten thermoskannetjes nooit meer konden zijn dan dat en conducteurs nog waakten over onze vergeten spulletjes.